Citroenmelisse
πΏ Over de citroenmelisseplant
Citroenmelisse is een meerjarig kruid uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae), net als munt, salie en basilicum.
Het kruid wordt vaak gebruikt in thee, desserts en salades, en staat ook bekend om zijn rustgevende werking.
π Kenmerken:
-
Latijnse naam: Melissa officinalis
-
Hoogte: 40–90 cm
-
Bladeren: Lichtgroen, eivormig, gekarteld, met citroengeur bij aanraking
-
Bloemen: Klein, wit of lichtgeel (bloei: juni–augustus)
-
Levensduur: Meerjarig (kan 5–10 jaar oud worden)
-
Smaak en geur: Fris, citroenachtig en zacht kruidig
πΎ Citroenmelisse kweken vanuit zaad – stap voor stap
Citroenmelisse is goed te kweken uit zaad, al kiemen de zaden wat traag en onregelmatig.
Met wat warmte en geduld lukt het prima! π±
1. Zaaitijd
-
Binnen: maart – april
-
Buiten: mei – juni (als de grond niet meer koud is)
π‘οΈ Kiemtemperatuur: 18–22 °C
β³ Kiemtijd: 10–20 dagen (soms langer, tot 4 weken)
2. Benodigdheden
-
Zaden van Melissa officinalis
-
Luchtige zaaigrond of kruidenpotgrond
-
Kleine potjes of een zaaibak
-
Doorzichtig afdekhoesje of plastic folie
-
Spuitflesje met water
3. Zaaien
-
Vul potjes of een zaaibak met vochtige zaaigrond.
-
Strooi de zaden oppervlakkig uit — niet bedekken met aarde, want ze hebben licht nodig om te kiemen.
-
Druk de zaden zachtjes aan.
-
Dek af met plastic folie of een transparant deksel om vocht vast te houden.
-
Zet warm en licht (18–22 °C, bijv. vensterbank of kas).
4. Na de kieming
-
Zodra de eerste blaadjes verschijnen (na 2–3 weken), verwijder je het folie.
-
Zet de plantjes op een lichte, luchtige plek (geen direct brandende zon).
-
Verspenen: als ze 3–4 echte blaadjes hebben, verplant je ze naar aparte potjes.
-
Gebruik potgrond met wat compost of zand voor luchtigheid.
5. Buiten uitplanten
-
Vanaf half mei (na de ijsheiligen), als er geen kans meer is op vorst.
-
Standplaats:
-
Zonnig tot halfschaduw (volle zon geeft de beste smaak)
-
Voedzame, goed doorlatende grond
-
-
Plantafstand: ongeveer 30–40 cm tussen de planten.
6. Verzorging
π Licht: Zonnig, eventueel lichte schaduw.
π§ Water: Houd de grond vochtig, vooral in potten; citroenmelisse verdraagt geen uitdroging.
πΏ Snoeien:
-
Knip regelmatig toppen af — dit bevordert bossige groei en voorkomt bloei (bloei vermindert de smaak).
-
Snoei in het voorjaar (maart/april) de oude stengels tot net boven de grond terug.
π Voeding: Af en toe compost of biologische mest, vooral in potten.
7. Oogsten
-
Oogst jonge blaadjes vanaf mei tot september.
-
Beste smaak: vóór de bloei.
-
Gebruik vers in thee, desserts, salades, of laat drogen op een luchtige, schaduwrijke plek.
π‘ Drogen doe je het best door takjes ondersteboven op te hangen — vermijd zonlicht, dat vermindert de geur.
8. Overwinteren
-
Citroenmelisse is winterhard (tot –10 °C).
-
In de winter sterft het bovengrondse deel af, maar in het voorjaar loopt de plant vanzelf weer uit.
-
In potten: zet beschut of bedek met stro bij strenge vorst.
πΌ Extra tips
-
Combinatieteelt:
β Goed naast: basilicum, bieslook, peterselie
β Niet naast: munt (die overheerst snel) -
Insectenvriendelijk: De bloemen trekken bijen en vlinders aan ππ¦.
-
Verjonging: Deel de plant om de 3–4 jaar (in het voorjaar of najaar) om haar vitaal te houden.
-
Gebruik:
-
In thee of infusie (rustgevend, bevordert slaap)
-
In gerechten: bij vis, fruit, ijs, of als fris accent in drankjes
-